‘Het grensoverschrijdende potentieel van verkoop op afstand, dat een van de voornaamste zichtbare resultaten van de interne markt zou moeten zijn, wordt niet ten volle benut. Vergeleken met de significante groei van de binnenlandse verkoop op afstand in de afgelopen jaren is groei van de grensoverschrijdende verkoop op afstand beperkt gebleven. Deze discrepantie is met name opvallend wat de verkoop via internet betreft, waar een groot potentieel voor verdere groei bestaat. De ontwikkeling van het grensoverschrijdende potentieel van buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten (rechtstreekse verkoop) wordt belemmerd door een aantal factoren, waaronder de uiteenlopende nationale regels inzake consumentenbescherming waarmee het bedrijfsleven rekening moet houden.’ In plaats van minimale harmonisatie met subsidiaire wetgeving in de lidstaten moet dus volgens de Europese wetgever de zgn. volledige harmonisatie komen – tenminste gedeeltelijk:
‘Volledige harmonisatie van bepaalde centrale regelgevingsaspecten zal de rechtszekerheid voor zowel de consumenten als de handelaren aanzienlijk verbeteren. Zij zullen zich kunnen verlaten op één enkel regelgevend kader, op basis van duidelijk omschreven rechtsbegrippen, dat bepaalde aspecten van B2C-overeenkomsten in de gehele Unie regelt. Het effect van zulke harmonisatie zal zijn dat de barrières die het gevolg zijn van de versnippering van de regelgeving zullen worden geëlimineerd en dat de interne markt op dit terrein voltooid zal kunnen worden. Het wegnemen van die barrières is alleen mogelijk door uniforme regels op Unieniveau vast te stellen. Bovendien zullen de consumenten een hoog gemeenschappelijk niveau van bescherming genieten in de gehele Unie.’Om te voorkomen dat het niveau van consumentenbescherming in de lidstaten verschilt wordt voor de in de richtlijn geregelde onderwerpen bepaalt:
‘Tenzij in deze richtlijn anders is bepaald, mogen de lidstaten in hun nationale wetgeving geen bepalingen handhaven of invoeren die afwijken van de bepalingen in deze richtlijn, met inbegrip van meer of minder strikte bepalingen die een ander niveau van consumentenbescherming moeten waarborgen.‘Met deze doelstelling moet de onlinehandel eigenlijk blij zijn. Vallen namelijk alle speciale wettelijke verschillen m.b.t. de Europese online binnenhandel weg, dan is er maar een fatsoenlijke vertaling van de eigen webshop nodig om de consumenten van alle Europese landen met de eigen producten of diensten te kunnen bereiken. Maar dit is een beetje te kort gedacht. Er wordt vergeten dat bijv. als gevolg van de nieuwe richtlijn eerst het Nederlandse recht ingrijpend moet worden veranderd (weliswaar veel sterker dan het Duitse consumentenrecht, want de nieuwe standaarden betekenen voor iemand die met zijn online shop reeds op de Duitse markt bezig is geen vergaande aanpassingen). Maar de nodige, vaak omvangrijke aanpassingen door de respectievelijke binnenlandse wetgevers zijn het ene. De zgn. volledige harmonisatie is minder volledig dan verwacht. Ten eerste zijn er uitzonderingen die niet onder het regime van de Richtlijn consumentenrechten vallen. Het gaat immers maar om ‘volledige harmonisatie van bepaalde centrale regelgevingsaspecten‘. Verder gaat het alleen om overeenkomsten tussen handelaren en consumenten, niet om B2B. Verder:
‘… Bijgevolg doet deze richtlijn geen afbreuk aan de nationale wetgeving inzake arbeidsovereenkomsten, overeenkomsten betreffende erfrechten, overeenkomsten met betrekking tot de gezinssituatie, overeenkomsten met betrekking tot de oprichting en de statuten van vennootschappen en partnerschapsovereenkomsten. (9) Met betrekking tot B2C-overeenkomsten bevat deze richtlijn regels betreffende de informatie die verstrekt dient te worden voor op afstand gesloten overeenkomsten, buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten en andere dan op afstand en buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten. Deze richtlijn regelt tevens het herroepingsrecht bij op afstand en buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten en harmoniseert een aantal bepalingen inzake de uitvoering en enkele andere aspecten van consumentenovereenkomsten.’De richtlijn somt een reeks gevallen op waar de nationale wetgevers afwijkende regelgeving mogen handhaven. Maar de richtlijn noemt ook een hele reeks andere mogelijkheden, die verscherpend kunnen werken:
‘Overeenkomstig de Uniewetgeving dienen de lidstaten bevoegd te blijven om de bepalingen van deze richtlijn toe de passen op gebieden die niet onder het toepassingsgebied ervan vallen. Daarom kan een lidstaat, met betrekking tot transacties die buiten het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen, nationale wetgeving handhaven of invoeren die overeenstemt met een aantal of alle bepalingen van deze richtlijn. Zo kunnen de lidstaten besluiten de voorschriften van deze richtlijn ook toe te passen op rechtspersonen of natuurlijke personen die geen “consumenten” zijn in de zin van deze richtlijn, zoals niet-gouvernementele organisaties, starterbedrijven of kleine en middelgrote ondernemingen. Evenzo kunnen de lidstaten de voorschriften van deze richtlijn toepassen op overeenkomsten die geen “op afstand gesloten overeenkomsten” in de zin van deze richtlijn zijn, bijvoorbeeld omdat zij niet in het kader van een voor verkoop op afstand georganiseerd verkoop- resp. dienstverleningssysteem worden gesloten. Bovendien kunnen de lidstaten nationale voorschriften handhaven of invoeren voor aangelegenheden die door deze richtlijn niet specifiek geregeld worden, zoals aanvullende voorschriften betreffende verkoopovereenkomsten, waaronder met betrekking tot de levering van goederen, of verplichtingen betreffende het verstrekken van informatie tijdens het bestaan van een overeenkomst.’Wie geïnteresseerd is, kan de Nederlandse versie van de richtlijn hier bestuderen. Laten we dus vasthouden dat er op centrale punten – bijv. voor o.a. het herroepingsrecht – een geharmoniseerde wetgeving zal komen, maar dat er een omvangrijke reeks van mogelijkheden overblijft waar de nationale wetgevers hun creativiteit op kunnen uitleven. Wat zal de gang van zaken zijn voordat deze gedeeltelijke harmonisatie realiteit zal worden? Het richtlijnontwerp werd door het Europese Parlement in juni 2011 aangenomen. Het is nu aan de Europese Raad om zijn toestemming te verlenen. De nationale wetgevers hebben daarna twee jaar de tijd om de nodige wettelijke aanpassingen vast te stellen. Pas dan treden de wijzigingen voor de enkele handelaar in kracht. Voldoende tijd dus voor de noodzakelijke voorbereiding. Maar wat zijn nu de centrale regelingen die toekomstig geharmoniseerd zullen worden? Daarover zullen nadere inlichtingen in een reeks afzonderlijke bijdragen volgen. Zie ook: Richtlijn consumentenrechten 2011 – Het toekomstige herroepingsrecht – Uitoefening Richtlijn consumentenrechten 2011 – Het toekomstige herroepingsrecht – Gevolgen]]>